De eerste dagen als Sister in Zimbabwe

Leonie Nagelmaeker

En opeens is je leven totaal anders.. Was ik afgelopen maandag nog aan het stressen over of ik toch niet nog een extra korte broek zou moeten aanschaffen voor mijn vertrek naar Zimbabwe, zit ik nu in een wereld waarbij shoppen niet bepaald een alledaagse gedachte is. De mensen hier hebben wel wat anders aan hun hoofd. Er zijn hier vele dingen gaande: politiek, economisch en binnen de gezondheidszorg. Toch moet ik eerst zeggen dat ik nu al gevoel heb hier thuis te zijn ondanks dat ik net pas drie dagen in dit land verblijf. En dat komt door de mensen. Ze zijn zo ontzettend vriendelijk, vrolijk, positief, glimlachend en aandoenlijk. Ze geven om mensen en ze leggen mij in de watten. Toen ik afgelopen dinsdagavond werd verwelkomd bij het St. Joseph mission-hospital viel me direct op hoe gemakkelijk iedereen hier Engels spreekt. Ondanks dat Engels de officiële taal is hier, spreekt iedereen met elkaar Zimbabwaans, maar het niveau van Engels is zeer goed en bijna iedereen is dus echt vloeiend tweetalig. Dit maakte de eerste dag in Zimbabwe gelijk prettig en erg makkelijk. Sister Cecilia was ontzettend vriendelijk en legde me gelijk uit dat ze van alles voor mij had geregeld.

Want sinds vorig jaar is er een apart gebouw bij het St. Joseph bijgebouwd, namelijk de dental clinic. Helaas staat de vacature voor een Zimbabwaanse tandarts nog open en is de dental clinic nog niet vol in gebruik. In de clinic zijn ook twee slaapkamers, een badkamer en een keuken gebouwd. En daar woon ik nu! De keuken was al helemaal gevuld met groenten, vlees en melk dus ik ben dankzij dit warme welkom geheel zelfvoorzienend. Die eerste nacht goed geslapen, weinig muggen gezien en genoten van de rust hier in het Sisters paradise.

Ik zeg het gewoon nog een keer, de mensen hier zijn fantastisch. Zo relaxt, zo alles accepterend, ze vinden alles prima en laten me heerlijk mijn gang gaan. Ze zijn nieuwsgierig en allemaal in voor een praatje, maar zijn ook heel beleefd en excuseren zich voor alles op een leuke manier.

De belangrijkste gedachten van de mensen hier die ik tot nu toe heb ontdekt, hoe voor de hand liggend ook, zijn: eten, bidden en beminnen.. Eten omdat het simpelweg een primaire levensbehoefte is. En ondanks dat iedereen hier bij het ziekenhuis genoeg betaald krijgt om goed te kunnen eten, zie zodra je het land binnenkomt de belangrijke en primaire rol van eten. Groenten en fruit wordt gelukkig overal langs de weg en in de dorpen en steden verkocht. Eten is dus overal aanwezig maar lang niet voor iedereen beschikbaar. Onderweg van Harare naar Mutare stopten we bij een benzinestation en naast ons stond een grote truck van het World Food Program, onderdeel van de United Nations. Waarschijnlijk onderweg naar een bestemming met een tekort aan voedsel of tekort aan geld om voedsel te kopen. Mijn colleges van afgelopen jaar over dit soort Non Governmental Organizations (NGO’s) kwamen direct weer in mijn gedachte voorbij en dan met name het woord: absolute armoede, waarbij er een direct tekort is aan primaire levensbehoeften: onderdak, kleding en voeding. Een situatie waarbij mensen wanhopig worden en niet meer goed kunnen nadenken en voor hun kinderen kunnen zorgen.

Zo zat ik eergisteren in de auto bij de echtgenote van de arts die mij hier begeleidt. Zij behoort duidelijk tot de “elite” of rijkere middenklasse zoals ze zelf vertelde en ze is in staat om niet te hoeven werken voor de kost want haar man werkt. Ze vertelde dat de vrouwen hier werken uit noodzaak en niet omdat ze een keuze hebben, zij dus wel en ondanks dat ze een fulltime huishoudster hebben die ook mede voor kinderen zorgt wil ze liever niet werken. Maar zo vertelde ze, als het moet zal ze zeker weer als verpleegkundige aan de slag gaan. De situatie hier doet dus veel denken aan de situatie in Nederland van vroeger (of soms nog zoals nu). Waarbij het ook normaal was dat de vrouwen thuis waren en de mannen werkten, ze vond het dan ook moeilijk om te geloven toen ik haar vertelde dat al mijn vriendinnen werken en dat zij dat over het algemeen ook nog leuk vinden.

Dat ter zijde, want ik zat met haar in de auto op weg naar het centrum om voor mij een lokale simkaart en mobiel te kopen. We reden langs het grote township dat direct naast het terrein van het St. Joseph ligt en daar werd duidelijk wat absolute armoede met mensen kan doen. We zagen een paar uitgemergelde dronken mannen zwalkend over straat en honderden kinderen rennend op en neer over de onverharde weg waar de auto’s rijden. Onze auto moest meerdere malen snel uitwijken voor de jonge kinderen die richting de weg liepen of snel overstaken. De echtgenote van de dokter zei toen: “ Oef, ik moet echt goed uitkijken hier want de moeders houden hun kinderen niet goed bij zich..” en daarbij zei ze: “de moeders zijn zo druk met het vinden en bij elkaar rapen van genoeg geld voor eten, kleding en de huur van het huisje waar ze vaak met gehele families wonen, dat ze hun overstekende kleine kinderen van 1 a 2 jaar oud niet constant in de gaten kunnen houden.. begrijpelijk..maar wel erg gevaarlijk”. De absolute armoede is hier echt dichtbij je kunt de wanhoop van de gezichten aflezen bij alle mensen die langs de weg lopen of aan het werk zijn.

Ter illustratie hier in Zimbabwe kost een zak van 5 tomaten kost ongeveer $1, een zak uien eveneens. Een bakje friet met gefrituurde kip kost ongeveer $4. Best bizar als je bedenkt dat een menu van de McDonald’s in Nederland ook rond hetzelfde bedrag zit. De prijzen voor eten verschillen tot zover van wat ik heb gezien niet veel met Nederland. Om de situatie duidelijker te maken, een werkend persoon zoals bijvoorbeeld een Nurse Assistent (helpende) in het ziekenhuis hier verdient ongeveer $300 per maand, wat hetzelfde salaris is als de bestuurder van de auto’s van het ziekenhuis en de tuinman van het ziekenhuis. En dat terwijl je bedenkt dat je voor hetzelfde beroep in Nederland toch wel kan denken aan een salaris van $1000 (netto) meer. Daarentegen zijn veel dingen wel in prijs gelijk als in Nederland: een goedkope telefoon is rond de $20. Dit alleen maar om even aan te geven hoe oneerlijk sommige prijzen hier zijn en welke enorme invloed de inflatie hier heeft gehad op het leven van de Zimbabwanen. Het is dan ook niet raar om te bedenken dat mijn leven hier tot nu toe extreem anders is dan thuis.

Toen ik aankwam afgelopen dinsdag werd ik opgehaald van Harare airport door de driver van het ziekenhuis in Mutare, de stad waar ik nu verblijf. Bij de douane werd ik flink ondervraagd en ze wilden precies weten wat ik van plan was te gaan doen in dit land. Gelukkig was ik hier goed op voorbereid en zei ik netjes dat ik op bezoek zou gaan bij de Dominicaanse nonnen in Harare en Mutare. Ik moest mezelf inhouden om niet te lachen, want de gedachte dat ik, met mijn niet bepaald non-achtige leventje in Amsterdam, helemaal naar Zimbabwe af zou reizen voor een bezoek aan de nonnen was nogal een leugen. Maar desondanks heb ik eigenlijk tot nu toe niet gelogen. Ik leid tot nu toe hier een leven zoals de Sisters hier leven. Vroeg op en vroeg naar bed, werken en tussendoor eten. Maar daar kom ik straks op terug…

Ik werd dus opgehaald en na vier uur rijden kwamen we aan in Mutare. De driver was heel vriendelijk en we lagen samen al dubbel om de dingen die hij vertelde over de Zimbabwanen of om misverstanden in de taal. Vooral omdat hij door het Afrikaans-Engelse accent, woorden zei die ik vervolgens verstond als iets totaal anders… Zo duurde het ongeveer 2 uur voordat ik begreep wat hij bedoelde met het woord Rrrobbrs. Hij doelde op een bepaalde groep of een volk dat leeft in de kleine strohutjes die je af en toe in het landschap onderweg zag liggen. Ik ging er maar vanuit dat het een Afrikaans woord was waar ik nooit eerder van gehoord had… Ja precies ja. Uiteindelijk bleek dat hij een groep rovers, robbers, bedoelde.. tja.. ik had niet direct verwacht dat de mensen in de hutjes geassocieerd zouden worden door Zimbabwanen met rovers en criminelen… Zo komen dus al die rare verhalen de wereld in.

En dan Bidden. Overal zie je kerken en in de gemeenschap van dit ziekenhuis is het wekelijkse uitje op zondag naar de kerk een ware gebeurtenis. Ik kijk er nu al naar uit. Niet omdat ik zo gelovig ben maar omdat ik het idee heb dat dit echt het sociale uitje van de week is voor de meesten hier. En ik begin nu al langzaam meer te begrijpen waarom het geloof hier zo’n belangrijke rol heeft in de samenleving. De kerk vormt een sociale gemeenschap en daarnaast geeft het geloof de mensen hier hoop. Hoop. Hopen dat het beter wordt, hopen dat (voor sommigen) de blanke boeren terug komen die het land zoveel werk hebben gegeven in de vorm van landbouwproductie op grote schaal wat leidde tot betaalbaar eten voor iedereen. Voor een ander is het hoop op meer donorgeld vanuit het buitenland. Ik sta versteld van het feit dat iedereen hier precies weet wat donorgeld überhaupt is en wat funding betekend. Ik merk nu al dat mensen denken dat ik een geldboom ben of in ieder geval dat ik wel iets kan regelen voor ze in Nederland. Dit bedoel ik niet verkeerd, ik zou hetzelfde denken als ik in de schoenen van de mensen hier zou staan. Het is wel lastig dat ik altijd erg positief reageer als mensen een idee hebben.. Ik kom er nu al achter dat ik daarmee moet oppassen want de mensen denken echt dat ik in staat ben ze $5000 te overhandigen als ik weer in Nederland ben. Niet omdat ik heb gezegd dat ik dat zou kunnen doen, maar puur omdat ik ze gelijk gaf toen ze vragen stelden over donaties en funding uit landen als Nederland. Als je erover nadenkt is het niet apart misschien, bijna iedereen hier die werkt binnen de sociale sector zoals in ziekenhuizen, scholen, weeshuizen enzovoort, is (in)direct afhankelijk van donorgeld. Ook al worden Publieke scholen en Publieke ziekenhuizen over het algemeen betaald door de overheid, vaak is er een samenwerking met de overheid ontstaan waarbij grote donoren en sponsorgelden de publieke sectors deels betalen.

Voor de economische crisis, die startte rond het jaar 2000, was er 1 leraar verantwoordelijk voor 30 kinderen per klas. Nu is dezelfde leraar verantwoordelijk voor 60 kinderen per klas. Alles wat het leven in Zimbabwe voor de bewoners goed maakte is minder geworden sinds extreme inflatie in de afgelopen 10-14 jaar. De economische crisis heeft een enorme impact gehad op het toerisme, het vertrek van alle blanke grootgrondbezitters, de werkgelegenheid die met deze sectoren te maken had en het vertrek van een groot deel van de beroepsbevolking naar het buitenland. Artsen en andere goed opgeleide Zimbabwanen vertrokken naar Zuid-Afrika, Botswana, Europa en de VS. Er is een tekort aan farmaceuten, artsen en tandartsen. Daarnaast is het belangrijk te weten dat de overheid de uitgaven aan gezondheidszorg niet bepaald op de eerste plaats heeft staan: het totale bedrag dat aan gezondheidszorg wordt besteedt is 0.02% van het GDP ofwel Bruto Nationaal Product, terwijl dit in Nederland 12.4% is. Een enorm verschil dat je terug ziet in de hoge incidentiecijfers van HIV/AIDS in 2010 rond de 13% van de populatie, ondanks de afname in vergelijking tot 26% HIV/AIDS incidentie in 2000. De lage levensverwachting bij geboorte van 54 jaar terwijl dit in Nederland rond de 80 jaar ligt.

Vandaar dat er genoeg te hopen en bidden overblijft. Met name ook omdat de mensen hier heel goed weten dat het beter was en weer kan worden. Rond de eeuwwisseling voor de economische crisis was Zimbabwe een zelfvoorzienend land en was het land de trots van Afrika op het gebied van educatie en agricultuur. De mensen realiseren zich goed dat de politieke situatie veel gevolgen heeft gehad voor de achteruitgang van hun land sinds het jaar 2000. Het is dubbel, want je voelt dat de mensen bereidt zijn om hard te werken, te strijden en er iets van te maken. Maar de afgelopen 10 jaar is er veel hoop, vooruitzicht op verbetering ontnomen en de verkiezingen van vorig jaar maakten dit nog iets erger. Gelukkig blijft Zimbabwe een land in beweging. Langzaam komen er weer lichtpuntjes in het duister en kruipen de negatieve cijfers uit het dal. Aan de mensen hier zal het niet liggen, die staan klaar om door te gaan met hard werken, verbeteren, positief te blijven en te hopen op betere tijden. Afsluitend moet ik toch zeggen dat ik het een enorme eer vind en het als fantastisch ervaar om de gastvrijheid en vriendelijkheid van het land mee te maken, ondanks de ernstige politieke en economische situatie. Ik hoop dat jullie mij mailen met reacties of vragen.. aangezien mijn leven hier als sister in het teken staat van rust, reinheid en regelmaat kan ik wel wat gezellige reacties en mailtjes gebruiken.

Liefs Leonie vanuit Mutare.

 

Ps. De volgende keer zal ik wat meer vertellen over mijn onderzoek, het doel en de eerste interviews.